Vraag 1: Uit welk muziekstuk hoor je een fragment?
De naam euphonium komt oorspronkelijk van het Griekse woord euphonos , wat betekent "mooiklinkend": eu betekent "mooi" of "goed" en phonè betekent "klank" of "geluid".
Leg de drumstokken losjes in de palmen van je handen. Laat de drumstok vanuit je pols stuiten op je snaredrum, vier keer. Eerst met de ene hand en dan met de andere hand, vier keer. Eerst langzaam, je moet iedere stuit horen. Dan steeds sneller. Je kunt dat ondersteunen door (in oude spelling) te zeggen: Pánnekoeken, Pánnekoeken, Pánnekoeken, Pánnekoeken
Vraag 4: In welk muziekstuk gaat Christopher Columbus op reis?
Waterloo Give us Peace Vive la France Conquest of ParadiseConquest of Paradise is stuk van de Griekse componist Vangelis. Het was de titelsong van de film "1492: Conquest of Paradise" uit 1992, die uitkwam ter gelegenheid van de ontdekking van Amerika door Columbus, precies 500 jaar daarvoor.
De toonladder uit de vraag begint op een F en is dus een toonladder van F.
Is het nou majeur of mineur? Om deze vraag te beantwoorden moeten we het verschil weten tussen deze twee. Hiervoor kijken we eerst eens naar de toetsen op een piano.
Met de witte toetsen spelen we de zogenaamde stamtonen, di t zijn de noten die niet verhoogd of verlaagd zijn. Alle zwarte zijn verhogingen of verlagingen van de stamtonen. De kruizen en mollen dus.
Tussen de E/F en B/C ontbreekt de zwarte toets, omdat tussen die twee noten maar een halve toonafstand zit. Dus als we de F een halve verlagen (Fes) klinkt dat als een E.
Het belangrijkste verschil tussen majeur en mineur is de afstand tussen de eerste drie tonen. In majeur zitten er twee hele tonen verschil, in mineur is dat anderhalve toon (zie ook de PS). De eerste 3 tonen uit onze vraag waren de F-G-A met dus 2 hele tonen afstand van de majeur toonladder.
PS: Een ander verschil tussen de toongeslachten is de leidtoon. Deze zevende toon is bij majeurmuziekstukken duidelijk aanwezig. Het is een toon waaraan je hoort dat er nog een toon achteraan moet komen, anders is het niet af. Alsof er nog een stukje van de toonladder ontbreekt. De mineurtoonladder heeft deze leidtoon niet altijd.
Koperen blaasinstrumenten kunnen verder worden ingedeeld in 'zacht' en 'scherp' koper. Het 'zachte koper' heeft een zachtere, ronde klank. 'Scherp koper' heeft een scherpere, schellere klank. Het verschil in klank wordt veroorzaakt door een verschil in bouw van het instrument. Zachte koperen blaasinstrumenten bestaan uit een buis die steeds wijder wo rdt (conisch). Voorbeelden zijn de bugel en de euphonium. Scherpe koperen blaasinstrumenten bestaan uit een buis die tot aan de beker niet in diameter verandert (cilindrisch). V oorbeelden zijn de trombones en de trompetten.
Vraag 7: Van welk muziekstuk hoor je de laatste maten?
Een punt achter een notenwaarde verlengt deze noot met de helft van zijn waarde, en een punt achter de punt voegt daar weer de helft van de helft aan toe. Dus een kwart noot met 2 punten duurt net zo lang als een kwart noot + een achtste noot + een zestiende noot.
Vraag 11: Welk slaginstrument zie je hier?
Vraag 12: Welke maatsoort hoor je?
3/4 2/4 4/4We gaan is 6-en tellen. De slag op de trom is tel 1, op de bekken hoor je tel 2, 3, 4, 5 en 6.
De eerste maat: In het antwoord op vraag 5 heb je kunnen zien dat tussen de E en F een halve toonafstand zit. Als we de E een halve toon verhogen spelen we dus eigenlijk een F.
De tweede maat: Tussen de G en de A zit een hele toonsafstand, dus ......
Vraag 15: Welke rust ontbreekt in de maat?
1/32 1/16 1/4